Ik ben in de war wanneer ik het helpende werkwoord aan het eind moet zetten en wanneer ik het weglaat.
-
Zij is mooier dan ik .
-
Ze is mooier dan ben ik .
-
Ik ben beter aangepast aan de omgeving dan jij .
-
Ik ben beter aangepast aan de omgeving dan ben je .
Welke zinnen zijn correct? Ik denk dat de zin in dergelijke gevallen niet kan eindigen met een object. Bijvoorbeeld: “Ze is beter dan ik”. Volgens de grammaticaregel zou ik het moeten zijn en niet ik.
Opmerkingen
- Mogelijk duplicaat van “… dan ik ben” vs. “… dan ik”
- … dan ik / dan bedoel ik hetzelfde; net als het andere paar.
Answer
De eenvoudigste uitdrukking zou zijn
Ze is mooier dan ik.
(Het laatste voornaamwoord is geen titel van een clausule, dus het kan neem de standaard “ik” -vorm aan)
Het is echter even correct om te zeggen
… dan ik (formeel, een beetje ouderwets)
… dan ik ben. (correct, maar de herhaling van het werkwoord is niet nodig)
Er zijn momenten dat de volledige vergelijking nodig is om dubbelzinnigheid te voorkomen
Je houdt meer van cake dan van je moeder!
Dit kan op twee manieren worden begrepen. Betekent dit: “Je houdt meer van cake dan van je moeder.” of “Je houdt meer van cake dan je moeder van cake.”? Beide zijn mogelijk. De eerste is een belediging, maar de tweede is een veel voorkomende waarneming.
Er is geen mogelijkheid van dubbelzinnigheid in de voorbeelden die u geeft, dus de volledige vergelijking is in die gevallen overbodig, maar het is niet onjuist.